Op vrijdag 29 september heeft Floortje Kanits haar proefschrift verdedigd aan de Universiteit van Wageningen, getiteld ‘Sleep Safe: Evidence-based Prevention of Sudden Unexpected Death in Infancy’. Een belangrijk hoofdstuk in het proefschrift beschrijft de Peiling Veilig Slapen 2022/23, waaraan 13 verschillende JGZ-organisaties een essentiële bijdrage hebben geleverd.
©Wieke Eefting
Gelukkig komt Sudden Unexpected Death in Infancy (SUDI) of ‘wiegendood’ in Nederland niet meer zo vaak voor als vroeger. Jaarlijks overlijden er nu nog zo’n 20 tot 30 baby’s plotseling en onverwachts, zonder duidelijke oorzaak. Dit kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan het landelijke jeugdgezondheidszorgsysteem, en de verloskundige- en kraamzorg die een cruciale rol spelen bij het bevorderen en ondersteunen van veilig slapen van baby’s. In 2022 zijn er echter 39 SUDI-gevallen gerapporteerd, een aanzienlijke stijging. Er moet nog blijken of dit een fluctuatie is zoals eerder gezien is, maar het benadrukt in ieder geval het belang van blijvende aandacht voor de preventie.
Peiling Veilig Slapen 2022/23
De Twaalfde Peiling Veilig Slapen is een uitgebreid onderzoek dat is uitgevoerd om het huidige verzorgingsgedrag van ouders rond veilig slapen van baby’s te onderzoeken. Deze resultaten zijn belangrijk om de wiegendoodpreventie up-to-date te houden. Het onderzoek leverde veelbelovende resultaten op, met een toename in het opvolgen van aanbevolen verzorgingsfactoren, wat erop wijst dat de meeste adviezen voor veilig slapen goed worden nageleefd.
Door VeiligheidNL zijn de belangrijkste adviezen samengevat in ‘De 4 van Veilig Slapen’. Een baby wordt te slapen gelegd op de rug, in een slaapzak, in een eigen bedje, en in een leeg bedje, dat wil zeggen zonder dekbed, kussens, knuffels, etc. Uit het onderzoek bleek dat 71% van de Nederlandse baby’s gewoonlijk uitsluitend op de rug te slapen worden gelegd. 41% slaapt gewoonlijk in een eigen bedje bij de ouder(s) op de kamer (room-sharing, maar niet bed-sharing). Ruim 75% van de baby’s werd in een slaapzak te slapen gelegd en dekbedden worden nauwelijks meer gebruikt voor baby’s (<5%).
Desalniettemin geeft 10% van de ouders aan dat ze hun baby’s (af en toe) bij hen in bed lieten slapen (bed-sharing) of in zij- of buikligging (29%), beide belangrijke risicofactoren voor SUDI. Deze keuzes werden vaak gemotiveerd door de wens om de slaap van de baby te bevorderen. Deze bevindingen benadrukken het belang van voortdurende voorlichting en bewustmaking over veilig slaapgedrag voor zuigelingen, en het bieden van handvatten aan ouders voor het bevorderen van de slaap van hun baby’s die in lijn zijn met de adviezen voor veilig slapen.
Social media
Een ander opvallend resultaat was dat ouders naast het consultatiebureau (20%) veel naar informatie rond (veilig) slapen zoeken op websites (52%) en sociale media (23%). Echter, de informatie die daar wordt gevonden is vaak tegenstrijdig en niet altijd adequaat of wetenschappelijk onderbouwd. Onderzoek van 514 afbeeldingen op Instagram, beschreven het proefschrift van Floortje, liet zien dat slechts 1,9% van deze afbeeldingen een slapende baby in rugligging, in een slaapzak, in een eigen baby bed zonder los beddengoed of knuffels weergaf (De 4 van Veilig Slapen, VeiligheidNL). Ouders van jonge kinderen die op Instagram worden blootgesteld aan deze beelden die voornamelijk in strijd zijn met de aanbevelingen voor veilig slapen, kunnen worden beïnvloed om het risicoverhogende verzorgingsgedrag te normaliseren of te accepteren.
Er liggen ook kansen voor de jeugdgezondheidszorg en andere zorgverleners om algemene misvattingen en overtuigingen rond veilig slapen aan te pakken, nauwkeurige informatie aan ouders te verstrekken en met ze te praten over de betrouwbaarheid van de informatie die ze op internet en sociale media vinden. Aan de andere kant kunnen deze kanalen juist ook worden gebruikt voor de verspreiding van de preventieadviezen. Zo zorgen we voor meer verschillende en hedendaagse manieren om het bewustzijn over SUDI en de preventie ervan te behouden, wat ook in de toekomst weer zal bijdragen aan een lage incidentie in Nederland.